6.2.12

Hemelend


De Poolse Nobelprijswinares voor literatuur Wisława Szymborska is overleden. Ik bewonder haar gedichten. Ze gaf geen interviews. Nou ja, een enkele dan. Uit de necrologieën die zijn verschenen komt een beeld naar voren van een dame die ervan geniet zich te omringen met curiosa en kitsch. Leven vol verwondering achter een sigaret en een glas cognac, schreef Margot Dijkgraaf. Ter herinnering het gedicht Lachfilms. De foto is gemaakt op een parkeerterrein bij de Korvelseweg.

Als engelen bestaan / lezen ze vast niet / onze romans / over teleurgestelde verwachtingen.
En ik vrees – helaas – / ook onze gedichten niet, / met al hun wrok tegen de wereld.
Het tumult en de tics / van onze toneelstukken / zullen hen – vermoed ik – / irriteren.
Pauzerend onder hun engelenwerk, / dat onmenselijk is, / kijken ze liever met open oog / naar onze lachfilms / uit de tijd van het zwijgende doek.
Liever dan klaagzangers, / gewadenverscheurders / en tandenknarsers / zien ze – dat denk ik – / die stumperd / die een drenkeling bij zijn pruik grijpt / of van de honger / zijn eigen veters verorbert.
Van de gordel omhoog – een frontje en hoge ambities, / maar eronder een opgeschrikte muis / in een broekspijp. / Jazeker, dat moet ze echt amuseren.
Rondjagen in een kringetje / verandert in vluchten voor de vluchter. / Het licht in een tunnel / blijkt het oog van een tijger. / Honderd rampen / betekenen honderd dolle duikelingen / boven honderd diepe afgronden.
Als er engelen bestaan, laten ze zich – hoop ik – / overtuigen door zo’n vrolijkheid / die door ontzetting aangeslingerd wordt, / terwijl er niet eens help! wordt geroepen, / omdat alles in stilte geschiedt.
Ik waag te veronderstellen / dat ze in hun vleugels klappen / en dat uit hun ogen tranen stromen,  / tenminste van het lachen.

1 opmerking:

Half Gouda zei

Half Gouda treurt mee. Achteraf, in een steegje.