5.5.15

Wij drinken een glaasje met Onze Lieve Heer



Ik ben een man van wetenschap, van feiten en zo meer.
Als iets niet is bewezen geloof ik het niet zo zeer.
Als men glashard aan kan tonen dat ik me vergis,
pas dan zal ik geloven dat er geen hemel is.

Ik zat in een tv-program, een soort van kruisverhoor.
Men vroeg mij daar:
'Zeg Herman, een ding heb ik niet goed door:
jij hebt toch HBS gehad? Dat is geen kattenpis.
Hoe kun je dan geloven dat er een hemel is?'

Ik zat in een tv-program en 't ging nog verder mis.
Er werd mij haarfijn uitgelegd hoe ik me vergis:
'De hemel is iets achterhaalds, er wacht ons boven niets.
De hemel, wees nou eerlijk, is een verzonnen iets.'

'De veertigste van Mozart en de liedjes van Jacques Brel
zijn ook ooit verzonnen', zei ik, 'toch bestaan ze wel.
Iets kan zijn verzonnen en daardoor juist bestaan.
Dat soms iets niet verzonnen is, neemt men zomaar aan.'

Dit lied is ook verzonnen en hoor hoe het bestaat.
Ik zing het graag omdat daarmee de hemel opengaat.
Dus, daarboven in de hemel zien wij elkander weer,
daar drinken wij een glaasje met Onze Lieve Heer.
Ook hij die nooit geloofde heft daar met ons het glas
en kan dan maar niet geloven dat hij ooit op aarde was.

Dus daarboven in de hemel zien wij elkander weer,
daar drinken wij een glaasje met Onze Lieve Heer.
Ook hij die nooit geloofde heft daar met ons het glas
en kan maar niet geloven dat hij ooit op aarde was.

Dus daarboven in de hemel zien wij elkander weer,
daar maakt Andries Knevel ruzie met de Heer:
'Zoals 't er hier aan toe gaat', zegt hij, 'strookt niet met de leer.'
'Dat klopt,' zegt God,
'en daarom heerst er hier zo'n fijne sfeer.'

Dus daarboven in de hemel zien wij elkander weer,
daar drinken wij een glaasje met Onze Lieve Heer.
Ook hij die nooit geloofde heft daar met ons het glas
en kan maar niet geloven dat hij ooit op aarde was.
  
Daarboven in de hemel, Herman Finkers

1 opmerking: