5.11.15

Altijddurende bijstand

Ik doolde over doodse gronden,
Ik toefde in woeste ravijnen.
Daar voelde ik de dorst heet schrijnen.
Daar schroeiden mij diepe wonden.
Toen heb ik die bloem gevonden
Die zoetste en schoonste aller kleinen
Wier geur ik in droom reeds proefde.
Door ijlkoorts, doem der woestijnen, 
Schonk God mij 't lieflijk verschijnen 
Dier donkre die ik behoefde
Tot leniging mijner pijnen.  

Gedicht Hendrik de Vries

1 opmerking: