Er staat een aardige man voor de deur. Hij geeft een kaartje. Of ik wil gaan stemmen. Op het kaartje staat een best originele kreet: het is nu tijd voor groenrechts beleid. Met een uitroepteken. Daarvan leerde ik van mijn leraar Nederlands dat je die zo weinig mogelijk moet gebruiken. Het is een teken van onmacht dat je met gewone woorden jouw boodschap niet kunt overbrengen. Vond hij.
Op de andere kant van het kaartje staan beloftes. Stem op mij voor. Het zijn beloftes die - zo meen ik te begrijpen - horen bij groenrechts beleid. Een fijne doorstroming met slimme stoplichten. Ach... ik denk dat niemand daar tegen is. Lagere OZB voor duurzamere huizen. Ja, dat lijkt me rechts beleid. Mensen die het geld hebben om te investeren in duurzame huizen belonen met lagere belastingen. En gratis parkeren, voor groenere auto's. Daar geldt hetzelfde voor. Ik heb met enig misprijzen deze week in het weekblad vergelijkingen van de partijen gelezen. Omdat het dan toch gaat om slogans. Beloftes. Er is zo weinig oog voor de complexiteit van beleid. Vind ik. Natuurlijk snap ik wel dat dat lekker communiceert. Dat moeilijke boodschappen niet blijven hangen. Die gaan het ene oor in en het andere oor uit. En dus zijn slogans de norm. Zoals Nick, die stáát voor het dwaalgebied. Geen idee wat dat betekent. Of wat Nick wil.
We have provincial and municipal elections later this year.
BeantwoordenVerwijderen