20.7.19

Kermis

Aan het einde van de straat staat jaar na jaar
het verplaatsbaar heelal van moeren en bouten

waar licht volgt op geluid. Alles heeft een prijs:
een schot, een slag, de zwaartekracht.

Het lot, dat niet bestaat, rammelt door rijen
apparaten. Ondergronds bonkt krachtstroom,

klopt het monsterhart. Daaroverheen gegil
in steeds dezelfde bocht. Wij zijn refreinen.

Bedenk, wanneer je slapen wil, hoe stil
het boven is, hoeveel leger, hoe kort
en klein je in de achtbaan zit.

Gedicht Ingmar Heytze

2 opmerkingen: