Elke
weegschaal legde ’t loodje,
waarop jij
je had gewogen
in je
imposante blootje
en dan tóch
die meisjesogen.
Ik werd
haast verliefd op jou,
ik vond jou
zo’n enig mens,
buurvrouw
van over de
grens.
Jij mocht
naar geheimen vragen
zonder dat
ik me ging schamen
en we hebben
in die dagen
heel wat
afgelachen samen.
Dat het zo
niet blijven zou,
ach, dat
wist toch geen mens,
buurvrouw
van over de
grens?
Ik kan niet
meer met je praten,
alles is nu
zo beladen:
als ik zeg
wat ik moet haten,
zul je mij
misschien verraden.
Overal is
kwade trouw,
alles heeft nu
zijn tendens,
buurvrouw,
van over de
grens.
Gedicht
Buurvrouw van Willem Wilmink
Atelierfoto Carré
Curious prose.
BeantwoordenVerwijderenAn art that invoked primary instinct
BeantwoordenVerwijderen