26.5.24

Daal dan over me neer

Cirkel daar boven rond, glanzende lijmstok, terwijl je bekleed wordt met alle angsten ter wereld, tot je zwaar bent geworden, zo zwaar. 

Daal dan over me neer, Engel-van-de-Gruwel, en kom op me liggen. 

Beadem me. Bevrijd me. Wrijf je over me uit. 

Als doorschoten ben ik met hagel - dit zijn geen poriën maar minuscule eitjes. Onderhuids. Broedsel.

Om de zeventien jaar zullen ze met duizenden tegelijk uit me tevoorschijn kruipen. 

Krijs de nacht naar een einde en krijs het goede licht tot leven, het jongste licht, spuit het over me heen, het harde, het witste, het duizelingwekkende, het nieuwste, het jongste, het hamerende, verblindend godgelijk, ultieme dat ons zal wassen tot we witter zijn dan sneeuw. 


 Gedicht van Peter Verhelst, uit de Gids 2024/2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten