Tilburgers beschouwen het als een erenaam, de bijnaam kruikezeikers. In het Tilburgs volkslied klinkt “Mee oew kerken, oew febrieke, woar ik iedere lijn van ken” fierheid door op de bedrijvigheid in de stad. Textiel was dat vroeger. Onomstotelijk staat vast dat in het productieproces gebruik werd gemaakt van menselijke urine, die werd verzameld in kruiken. De overlevering wil dat de arbeiders voor de urine die ze meebrachten werden betaald. De stof ureum in de urine, daar was het om te doen. Die zorgt ervoor dat ammoniak ontstaat; urine werd gebruikt voor het wassen, verven en vollen in de wolnijverheid. Daarom heten Tilburgers nu kruiken tijdens carnaval. Wie alles van dit fenomeen wil weten, leest het eerste cahier van het stadsmuseum, een prachtig boekje van de hand van Henk van Doremalen en Paul Spapens.
Kruikezeikers, mythe en werkelijkheid van een Tilburgs fenomeen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten