8.11.24

Brengt kleur in de korte Tuinstraat

‘Een miljoen verhalen
Kan ik verhalen
Over de herfst,’
Zie het roodborstje
Tegen het geelgorsje
Al kauwend
Op een broodkorstje, 
‘Kom ze maar halen!’

‘Nou, laat horen dan!’
Zei het geelgorsje
Tegen het roodborstje, 
Al kauwend
Op een rookworstje, 
‘Jij gaat ze vertellen
En ik zal ze gaan tellen.
Vertel! Vertel!
En denk maar niet
Dat ik me ga vertellen!’

‘Goed’, zei het roodborstje
Tegen het geelgorsje
Al kauwend
Op een boomschorsje, 
‘Ik begin.’

‘Het was herfst…
Het was koud…
En ergens in het grote-grote woud
Viel er een blaadje van de boom:
Nummer één van een miljoen…’

Het roodborstje zweeg
En keek om zich heen. 
Het geelgorsje vroeg: 
‘En toen?
Dat was nummer één?’

En het roosborstje zei: 

‘Het was herfst…
Het was koud…
En ergens in het grote-grote woud
Viel er een blaadje van de boom:
Nummer twee van een miljoen…’

Gedicht Robbert-Jan Henkes
Bundel Wit als een wat



Geen opmerkingen: