24.12.24

# 142 Geluk | Een groot misverstand, Kerstverhaal

We weten niet veel van de hemel. Er zijn veel veronderstellingen. Dat de stoeltjes er van goud zijn. Dat de zon altijd schijnt en er geen onenigheid meer is. Pita voelt zich er heus wel thuis. Er zijn wolken waar je je op terug kan trekken, als je daar even behoefte aan hebt. Het is immers wel een omgeving met veel prikkels. De familie is enorm groot. Opa, oma, pa en ma, ooms, tantes, neven en nichten. Heel vaak is het feest, je ziet of iemand jarig is doordat de jarige Job een lichtgevende slinger draagt. De temperatuur is altijd aangenaam, daarboven lijkt het klimaat nog het meest op de fijne nazomer temperaturen van september. An Indian Summer. 

Dat steekt Pita wel een beetje. De afwisseling in de 4 seizoenen die ontbreekt. De vreugde van de lentebloesem. Het niks-hoeft-alles-mag gevoel van de zomer. Toegegeven: aan het eind van het jaar voelt ze heimwee. Heimwee naar de Koningswaai. Het is een groot misverstand dat iedereen in de hemel voortdurend gelukkig is. Dat is niet waar. Als ze een beetje de pest in heeft, als ze eens chagrijnig is, helpt haar beschermengel. "Ge kunt nie aaltij in de kèèkert staon, Pita. Dè witte toch?" Als kasteleinsvrouw miste ze die warmte van december. De vaste klanten. De saamhorigheid. Sjaak met zijn ouwe klaare. Henk die een vieux-ke kwam halen. Nou is het in de hemel goed toeven. Ook als je niet lekker in je vel zit. Dat mag vier dagen duren. Daarna overlegt de beschermengel met Onze Lieve Heer. En komt er altijd een oplossing. Zo is er de dertig minuten terug optie. Alléén in december mag je dertig minuten terug naar beneden. Je loopt daar twintig minuten onzichtbaar rond. Er zijn mensen die het 'voelen' als in hun omgeving zulke onzichtbare hemelgangers zich manifesteren. De laatste tien minuten ben je zichtbaar. 

Enfin, lang verhaal kort. Pita Melis mag even terug naar haar geliefde Koningswaai. "Zet men mar in de Koningstraat", vertelde ze. "Bij de Hogere Burger School." En zo geschiedde. Pita weet niet wat ze ziet... Naar de school met de kantelen - het oude paleis - toelopend, denkt ze vol weemoed aan de Koningswaai zoals zij die kende. Stiekem hoopte ze daar terug te komen. Maar nee, de dertig minuten terug optie brengt je naar het nú. Had ze nou maar beter geluisterd naar bekenden die vertelden dat 30 minuten terug tegenvalt. Ze loopt onder de Katterug door, dat huis op huis gestapelde brute gevaarte. Naar links kijkend  ziet ze een grote vlakte, het Koningsplein. Ze ziet sloopwerkzaamheden. En voelt dan een zware druk op haar borst. Doorlopend komt ze langs het gerechtsgebouw, waar een groot nieuw gebouw staat tegenover de Heikese kerk, bij de haar bekende Schouwburg. Ook al is ze onzichtbaar, die druk op haar borst neemt toe. Verdorie. Ze krijgt veel te veel prikkels. En besluit richting Korvel te gaan. Zo bij het Sint Anna plein neemt de pijn af. Dit kent ze! Hier is in honderd jaar dan ook nagenoeg niks veranderd. Ze loopt over de Korvelseweg naar de Van Sonstraat. Veel vlugger dan ze zich realiseert, hoort ze een sirene afgaan. Het signaal dat ze zichtbaar zal worden. Dat gebeurt precies op de hoek met de Capucijnenstraat. Pita slaat linksaf en stapt bij Café de Troubadour binnen. Hier is jong en oud welkom, arm en rijk, druktemaker of stille kracht. De kastelein lacht haar vriendelijk toe als ze aan de bar gaat zitten. Ze hoeft niks te vragen. Ze krijgt een warme chocolademelk met slagroom voor zich. Alle druk valt bij de eerste slok van haar af. Rob Verbunt moet lachen om de snor van slagroom bovenop haar lip. Als hij zich heeft omgedraaid weet hij het niet zeker meer. De gast is weg. De stoel is leeg. Hij ruikt nog sigaar. Maar het brandende stukje sigaar uit de asbak is weg. Is het dan allemaol mar verbilding?


 

1 opmerking:

Mari Vincent zei

Wat een heel leuk stuk om te mogen lezen