5.11.14

Lucebert

de wind verft mijn ogen om
tot spitse witte vlaggen
en ik geef mijn hoofd over 
aan de grote verre wolken

In de grote verre wolken
zitten maanzieke honden
als door de ramen de zon schijnt
zijn de honden zonzieke poezen

mijn benen jengelen uit de verre wolken
als van processies verstoken klokken
maar mijn hoofd is een haan tussen de honden
en bulkt en balkt en blaast en blaft
terwijl de honden huilen 

gedicht voor een zeer hoofd, uit: val voor vliegengod