Rozen, mijn tranen breken
Uit oogen, die anders stroef
En onverbreeklijk keken.
Rozen, uw wit en rood,
Fel in de lucht opbloeiend,
Schijnt mij géén morgenrood
Van nieuwe liefde, ontgloeiend.
Maar toch, ik vraag: Bloei door,
Bloei door in mijn nabijheid:
't Is of 'k u fluisteren hoor
Het gouden woord van Vrijheid.
Vrijheid van iedereen,
Van mensen en van dingen,
Om voor Mij-zélf alleen
Mijn heerlijk Vers te zingen...
Ach, 't állerlaastste is dit
Van al die mooie liefde;
Hij, die iets liefs bezit
Is blijer dan wie liefde.
1 opmerking:
Curious poetry.
Een reactie posten